GEDRAGSCODE

Print deze pagina
Samenstelling van het Bestuur

1. Tot Bestuurder van de Stichting kunnen slechts worden benoemd:
  1. Personen die zelf behoren tot de groep van personen wier belangen door de Stichting worden behartigd en die hierbij niet handelen in de uitoefening van hun beroep of bedrijf.
  2. Personen die (mede) beschikken over aantoonbare relevante deskundigheid.
2. Tot Bestuurder van de Stichting kunnen niet worden benoemd:
  1. Personen die op enigerlei wijze werkzaam zijn, of korter dan 12 maanden tevoren werkzaam zijn geweest, voor de wederpartij(en) van de Stichting in de collectieve actie.
  2. Personen die in een duurzaam samenwerkingsverband zijn verbonden met één of meer personen als bedoeld onder a.
3. Een Bestuurder mag niet gelijktijdig ook als Procesvertegenwoordiger werkzaam zijn voor de Stichting.

Beloning van Bestuurders

4. De in artikel 2 onder a genoemde personen krijgen géén vergoeding voor hun werkzaamheden voor de Stichting anders dan een vergoeding van de redelijke kosten die zij hebben gemaakt in de uitoefening van hun bestuursfunctie.

5. De beloning van de in artikel 2 onder b genoemde personen dient marktconform te zijn en mag niet in overwegende mate afhankelijk zijn van het financiële belang van de collectieve actie of van het behaalde resultaat. Voorts dient de beloning redelijk te zijn in relatie tot de door de bestuurder verrichte werkzaamheden en de financiële toestand van de Stichting.

6. De Stichting publiceert de beloningsafspraken met haar bestuurders.

Procesvertegenwoordiging

7. De Stichting is verplicht om zich in procedures die verband houden met de collectieve actie bij gerechtelijke of andere geschillenbeslechtende instanties te laten bijstaan door een Procesvertegenwoordiger.

8. De Procesvertegenwoordiger dient te beschikken over aantoonbare deskundigheid en ervaring met collectieve acties.

9. Tot Procesvertegenwoordiger kunnen niet worden benoemd personen die op enigerlei wijze werkzaam zijn, of korter dan 12 maanden tevoren werkzaam zijn geweest, voor de wederpartij(en) van de Stichting of die in een duurzaam samenwerkingsverband zijn verbonden met één of meer dergelijke personen.

10. De Procesvertegenwoordiger mag niet gelijktijdig lid zijn van het Bestuur of van enig toezichthoudend orgaan van de Stichting.

11. De Stichting publiceert de beloning van de Procesvertegenwoordiger.

Onafhankelijkheid

12. Het is de Stichting verboden om gelden of andere middelen te ontvangen van de wederpartij(en) van de Stichting in de collectieve actie anders dan op basis van (a) een uitspraak van een rechter of andere geschillen beslechtende instantie of (b) een Schikking als bedoeld in artikel 15.

13. Het is de Stichting verboden om gelden of middelen te ontvangen van anderen dan de personen wier belangen de Stichting volgens haar statuten behartigt indien haar onafhankelijkheid daardoor in gevaar kan worden gebracht.

14. Een eventueel exploitatieoverschot van de Stichting mag uitsluitend worden aangewend ten behoeve van haar statutaire doelstellingen of die van een andere, algemeen nut beogende instelling die volgens haar statuten hiermee verband houdende en verenigbare doelen nastreeft. In géén geval mag een eventueel exploitatieoverzicht worden uitgekeerd aan de oprichters, bestuurders, Procesvertegenwoordiger(s) of andere adviseurs van de Stichting.

Schikkingen

15. De Stichting gaat een Schikking met een wederpartij slechts aan onder de opschortende of ontbindende voorwaarde dat deze wordt goedgekeurd door de bij de Stichting aangesloten personen wier belangen door de Schikking worden geraakt. Hiertoe dient de Stichting deze personen gelegenheid te bieden zich over de Schikking uit te spreken. Een Schikking is pas goedgekeurd indien de absolute meerderheid van de deelnemers aan deze stemming zich vóór de Schikking heeft uitgesproken. Het is de Stichting verboden om het stemgedrag van deze personen te beïnvloeden door voordelen toe te kennen aan personen die vóór de Schikking stemmen die niet ook gelijk worden toegekend aan personen die tégen de Schikking stemmen.

16. De Stichting is verplicht om de tekst van de Schikking te publiceren voorzien van een toelichting daarop.

17. Indien de Stichting voornemens is een verzoek in te dienen om de Schikking verbindend te laten verklaren op grond van de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade dient zij dit voornemen vóór het begin van de stemming over de Schikking algemeen bekend te maken.

18. Een verzoek als bedoeld in artikel 17 dient mede in te houden een verzoek tot beoordeling van de redelijkheid van de vergoedingen aan de Stichting en de beloning van de Bestuurders en de Procesvertegenwoordiger(s).

Informatievoorziening

19. De Stichting streeft er naar ieder kalenderjaar openbaar verslag te doen van haar activiteiten over het daar aan voorafgaande kalenderjaar, daaronder mede begrepen de voortgang van lopende procedures.

20. De Stichting informeert de bij haar aangesloten personen wier belangen zij volgens haar statuten behartigt over alle gebeurtenissen aangaande collectieve acties die voor hen van belang zijn. Daaronder worden in ieder geval verstaan (a) benoeming of ontslag van een Bestuurder of Procesvertegenwoordiger van de Stichting, (b) het starten en beëindigen van procedures bij gerechtelijke of andere geschillen beslechtende instanties, (c) het aangaan of beëindigen van een Schikking en (d) het starten en de uitslag van een stemming over een Schikking.

Financiële verslaglegging, toezicht en beleid

21. De Stichting is verplicht om een zodanige administratie bij te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden afgeleid.

22. De Stichting is verplicht ieder boekjaar een jaarrekening vast te stellen die minimaal bestaat uit een balans, een resultatenrekening en een toelichting daarop en deze te laten onderzoeken door een onafhankelijke registeraccountant. Onderzoek door een onafhankelijke registeraccountant van de balans en resultaten rekening kan slechts achterwege blijven indien de kosten van een dergelijk onderzoek volgens het bestuur niet langer verantwoord zijn in het licht van de statutaire doelstellingen van de Stichting en de daarvoor gereserveerde financiële middelen en ook op basis van de statuten geen verplichting tot een dergelijk onderzoek bestaat.

23. Het financiële beleid van de Stichting dient te zijn gericht op het realiseren van de statutaire doelstellingen van de Stichting, het behartigen van de collectieve belangen van de personen voor wie zij opkomt en het ten behoeve daarvan waarborgen van de continuïteit van de Stichting.



2013